Je leest en hoort het overal. Hoe belangrijk het is en hoe je eigenlijk bijna niet meer zonder kan.
Ik durf zeggen dat ik het heb. Met gigantische hopen en met alle gevolgen vandien. Ik probeer het vaak als een oplossing te zien maar deze ochtend werd ik met de neus op de feiten gedrukt hoe snel veerkracht kan ombuigen naar ongepast relativeringsvermogen.
Veerkracht wordt omschreven als “de vaardigheid om na tegenslag, stress of moeilijke gebeurtenissen weer recht te staan, zich aan te passen aan veranderende omstandigheden om uiteindelijk sterker uit de situatie te komen en verder te groeien als mens.” Allemaal goed en wel, maar wat als je er te ver in gaat? En het een ongezonde vorm van overrelativeren wordt die vaak uitmondt in apathie of ontkenning?
Ik weet dat ik het doe. Intussen zelfs grotendeels op automatische piloot. Want ja, er zijn altijd wel ‘ergere dingen in de wereld’. In plaats van echt ruimte te maken voor wat er gevoeld moet worden duw ik negatieve gevoelens al te vaak weg onder een laag van onrealistische positiviteit met constante stress en emotionele uitputting als gevolg.
Ik weet al een tijdje dat Loïc daar ook een handje van weg heeft, maar dat hij er op 10-jarige leeftijd al zo bedreven in blijkt te zijn, vind ik hallucinant. Ik ben op dit moment te kwaad om al te veel tekst en uitleg te geven bij het voorval zelf maar ik onthoud vooral dat ik het heel erg confronterend vond om te zien hoe hij tijdens het naar school stappen reageerde op een toch wel heel bijzonder heftige scène.
Het kan niet de bedoeling zijn dat er door het in perspectief te plaatsen van je eigen gevoelens uiteindelijk geen plek meer is voor een gepaste reactie, pijn of frustratie. Ik denk dat ik deze ochtend echt wel voor mezelf heb besloten dat veerkracht nooit ten koste mag gaan van kwetsbaarheid. En al zeker niet bij mijn kind van 10.
Werk aan de winkel.