Dag Loïc,
Jezus, wat verander jij ineens snel. Plots zit je kaarsrecht, eet je je tenen op, heb je zomaar een heus kapsel en staan er 2 tanden in je mond. 42 weken ben je nu al mijn Loïc-juh, alsof het niets is, en vooral alsof het nooit anders is geweest.
Toen je nog in de buik zat vroeg ik me heel dikwijls af hoe je er zou uitzien. Stiekem hoopte ik op een blonde kerel, met blauwe oogjes en vooral zo van die koddige dikke kaakjes. Nooit had ik durven dromen dat je zo perfect zou zijn. Ik vind je geweldig, en echt niet alleen omwille van je perfecte teenslets-tenen…
Ik hoop maar dat ik ook een beetje ben zoals jij had gehoopt. Tenslotte ben ik niet blond, heb ik geen blauwe ogen en heb ik ook niet bepaald dikke kaakjes. Maar ik doe wel m’n best om een goeie mama voor je te zijn, ook al ben ik soms een tikje overbezorgd en koop ik wellicht net iets teveel kleertjes om sociaal aanvaard te worden.
Who cares? Ik ben gewoon blij dat je er bent.